dinsdag 24 februari 2015

Magnus - Arjen Lubach

Vanwege wat zijn ouders “de conditie van Merlijn” noemen, is Merlijn een observator geworden. Hij is aanwezig,  verzamelt kruimels van gesprekken, flarden van de werkelijkheid en kneedt dit om tot toneelstukken die gespeeld worden maar weinig indruk achterlaten. Zijn vriendin verlaat hem, omdat alles steeds zo ‘fucking hetzelfde’ is. 
Vervolgens sluit hij zich een maand op in zijn huis, maar tijd blijkt een verraderlijk iets. Zijn periode van afzondering is een half jaar geweest. Zolang heeft hij toch geen aanval gehad?
 ‘Het zou helpen als je wat meer betrokken bent,’ zeggen vrienden en mensen waar hij mee werkt. Gaandeweg het boek wordt mij duidelijk dat het gebrek aan betrokkenheid en de passiviteit van Merlijn aangeleerd gedrag is. Nuttig om met zijn regelmatig terugkerende epilepsie-aanvallen om te gaan. Want die bepalen zijn leven. De altijd terugkerende vraag van ouders en docenten: “Heb je je medicijnen genomen?” Het niet mogen autorijden. Het missen van stukjes tijd. Het gevoel in je buik wat een nieuwe absence aankondigt.
Het verhaal start wanneer Merlijn gebeld wordt over dubieuze aankopen die met zijn creditcard zijn gedaan. Hij ontkent de fraude en besluit zelf naar Zweden te reizen om de dief van zijn geld te vinden. We volgen als lezer Merlijn op zijn reis en de voorvallen waarin hij verzeild raakt.
Op de flaptekst staat dat Merlijn tijdens zijn roadtrip een bizarre ontdekking doet. Dit vind ik een verwarrende zin, die waarschijnlijk slaat op het ontmaskeren van de dief. Dat is de oppervlakkige laag van het verhaal. Daaronder doet hij, net als in een echte roadmovie, talloze ontdekkingen over zichzelf. Hij handelt voornamelijk intuïtief en impulsief, maar leert zichzelf daardoor ook beter kennen.
En de afloop? Volgens Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Roadmovie ) zijn er vijf opties voor de afloop van een roadmovie. Het verhaal geeft mij als lezer net voldoende houvast om een eigen einde toe te voegen aan het einde dat de schrijver heeft bedacht. Loopt het goed af? Lees het zelf.
Magnus is een boek dat ik echt kan aanraden aan allerlei verschillende lezers. Het geeft een mooi tijdsbeeld van het einde van het vorige millennium, toen de communicatie per e-mail net begon te ontstaan. Het voert je via Groningen en Amsterdam naar Zweden en de omgeving wordt zo beschreven dat ik het me goed kon voorstellen. Muziek die genoemd wordt is herkenbaar en er komen een aantal grappige situaties in het boek voor. Via een goed opgebouwd verhaal, onderverdeeld in aktes, loop je even mee in het toneelstuk dat het leven van Merlijn is. Het zette mij aan het denken over hoe het leven zou zijn als je regelmatig even ‘weg’ bent. En wat is beter, een passief leven of een actief leven waarin je zelf de regie hebt? Beide manieren leveren uiteindelijk hetzelfde eindpunt op, concludeert de hoofdpersoon. Ik weet het nog zo net niet.



maandag 2 februari 2015

De huisvriend, Bertram Koeleman


Voor het lezen:
Intrigerend. Dat is voor mij het woord dat bij dit boek past. Ik had nog niets over dit boek gelezen of gehoord, maar koos het vanwege de voorkant. Blijkbaar sprak de foto me aan, plus het feit dat Hanna Bervoets het aanprees met de woorden: ‘Belachelijk goed debuut: slim, spannend, alles.’

Flaptekst:
Jonas Balsam is beheerder van het landgoed Storm Lake en ogenschijnlijk de enige bewoner. Wat niemand weet is dat hij al bijna twintig jaar het bestaan van de mensenschuwe Benjamin Krendler verbergt. Het bewaken van deze precaire constructie is Balsams werkelijke dagtaak. Vrienden en vrouwen laat hij niet toe. De enige complicerende factor is de huisvriend, de emeritus hoogleraar die Benjamin wekelijks colleges aan huis geeft. Het is dan ook deze figuur die een onhoudbare keten van gebeurtenissen in gang zet. Niet alleen dreigt hierdoor zijn beschermeling aan de buitenwereld te worden blootgesteld, ook moet Balsam onder ogen zien waarom hij zijn leven zonder enige reserve opoffert voor dat van een ander.


Na het lezen:
Toen ik het boek uit had, spookte dit verhaal nog een paar dagen door mijn hoofd. Het is namelijk heel raar, aan het begin weet je al wie van de hoofdpersonen er nog leeft en wie niet, maar die informatie lijkt helemaal niet belangrijk. Tijdens het lezen wil je alleen maar weten: HOE? Hoe kwam hij aan zijn einde?
Naarmate het boek vorderde wilde ik ook weten: Wie? Wie is die Jonas, die ogenschijnlijk zijn hele leven opoffert voor een ander. Of is het geen opoffering, maar kan alleen maar functioneren in de situatie waarin hij zit? Het boek eindigt met deze zinnen:

“Is er niemand die mij tegenhoudt als ik me omdraai? Is er niemand die mij influistert wat ik doen moet? Is er dan werkelijk niemand?”
Wonderbaarlijk die twee kanten in deze man: simpele zaken kan hij niet zelf  besluiten, maar hij kan wel hele gecompliceerde moorden uitdenken en uitvoeren.
Na het lezen van dit boek weet je nog niet alles, maar heb je wel genoeg aanwijzingen om nog even door te fantaseren. Het feit dat je niet het naadje van de kous weet stoorde me niet, terwijl ik bij ‘normale’ thrillers het heel irritant vind als er nog losse draden zijn.
Samen met de prachtige omschrijvingen van het huis en het omringende meer biedt dit boek in mijn ogen veel meer dan een zogenaamde ‘literaire’ thriller, maar vooral ook een verhaal dat mijn eigen fantasie aan het werk zette. Een aanrader!