vrijdag 16 januari 2015

De Offers, Kees van Beijnum

Voor het lezen:
Wat een mooi cadeau kreeg ik onder de kerstboom: het boek ‘De Offers’ van Kees van Beijnem.
Het is het eerste boek dat ik lees in 2015.

Flaptekst
Tokio, 1946. De Nederlander Rem Brink is een van de rechters van het Tokio Tribunaal waar de grootste Japanse oorlogsmisdadigers terecht staan. Ter afleiding van de machtsspelletjes en voortdurend wisselende allianties van zijn collega’s probeert Brink het hem vreemde en totaal verwoeste land te verkennen. Als Brink de Japanse zangeres Michiko ontmoet, die tijdens de bombardementen op Japan haar ouders heeft verloren, ontluikt er een geheime liefde die niet zonder gevaar blijkt. Gedwongen vertrekt ze naar haar geboortedorp in de bergen, waar vlak daarvoor in stilte gruwelijke oorlogsmisdaden hebben plaatsgevonden. Kees van Beijnum stelt in deze roman onnadrukkelijk maar beslist de vraag naar goed en kwaad, en naar de morele verantwoordelijkheid van het individu.

Na het lezen
Ik heb dit boek zeer snel uitgelezen en na het dichtklappen van het boek bleef het nog een tijd in mijn hoofd rondspoken. Ik weet weinig van de rol van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog, en dat wat ik weet gaat over de rol van de Japanners in Indonesië, dus de setting vond ik erg interessant.
Het verhaal bevat vrij veel beschrijvingen, wat er bij mij voor zorgde dat ik het na-oorlogs Tokio goed voor me kon zien. Er werd meteen al een goed beeld geschetst van de troosteloosheid en bandeloosheid die er heerste in de tijd na de oorlog. Het contrast tussen de armoede van de ploeterende bevolking en de rijkdom waarmee de rechters zich omringen is groot. Zo rijdt rechter Brink rond in een auto met chauffeur terwijl oorlogsveteraan Hideki op gemene manier door een stadsgenoot wordt bestolen van zijn laatste soldij. De zangeres Michiko, die optreedt tijdens de ‘Europese avonden’ met muziek en zang, heeft zelf een zwarte jurk overgehouden van de oorlog die herstelt wordt tot het niet meer kan.
Dit verschil maakte meteen dat ik minder sympathie kon opbrengen voor de persoon van rechter Brink. Toen hij daarnaast ook nog Micheko het hof maakte, omdat hij zichzelf na een half jaar van huis te zijn ‘een meisje toestond’, had hij het bij mij bijna verbruid. Maar ook hij maakte een ontwikkeling door toen hij na lang nadenken en onderzoeken een afwijkende mening durfde te hebben over de uitslag van het tribunaal, en deze moed kon ik wel weer waarderen.
Ik denk dat de verwevenheid van de drie hoofdpersonen met elkaar maakte dat ik het boek tot het einde aan toe boeiend vond. Ze geven om elkaar en willen elkaar helpen, maar de pech of het ongeluk dat ieder van de drie heeft komt ook vaak juist door handelen van de ander.

Op de flaptekst staat dat de schrijver nadrukkelijk de vraag stelt naar goed en kwaad. In het boek is dit inderdaad vaak niet duidelijk, vooral gezien de grote lijnen van de geschiedenis. De Japanners, zijn zij slecht vanwege hun oorlogsmisdaden en het feit dat ze de oorlog hebben verloren? Hoe valt dit dan te rijmen met het gedrag van de Amerikanen die, als bevrijders, alle vrouwen van een dorp verkrachten?
De machteloosheid van de dorpsbevolking en hoe ze omgaan met dit trauma vond ik een van de meest ontroerende passages van het boek.
Kortom: een mooi verhaal, geschreven in een voor mij prettige stijl, dat genoeg stof tot nadenken biedt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten